Home - Veelgestelde vragen

Veelgestelde vragen

Bel ons 014/71 20 00

1. Wat moet ik meebrengen en waar inschrijven?

U moet zeker in het bezit zijn van uw identiteitskaart. De gegevens op de kaart zijn essentieel voor een correcte inschrijving en identificatie in het ziekenhuis. U moet ook steeds het aanvraagformulier van de verwijzende arts meebrengen. Dit formulier vermeldt immers de aard van het onderzoek, het waarom van het onderzoek en de gegevens van de aanvragende arts. U moet zich bij aankomst in het ziekenhuis aanmelden en inschrijven op de medische beeldvorming.

2. Naar wie wordt het resultaat van het onderzoek opgestuurd?

Het resultaat wordt steeds opgestuurd naar de arts die het radiologisch onderzoek heeft aangevraagd. Indien u dit wenst kan steeds een copy van het resultaat naar een andere arts verzonden worden. Dit moet u dan duidelijk melden aan het loket van de medische beeldvorming. Uw huisarts ontvangt van elk onderzoek een verslag, tenzij u dit niet wenst, ook als het onderzoek door een specialist wordt aangevraagd.

3. Moet ik mijn onderzoek onmiddellijk betalen?

Neen, een factuur met overschrijvingsformulier wordt naar uw thuis verzonden.

4. Wanneer is het resultaat van het onderzoek gekend?

Na het onderzoek worden de beelden door de radioloog bekeken en er wordt (op de computer) een verslag gemaakt. Dit verslag wordt vervolgens langs het internet en/of per post of fax verzonden naar de aanvragende geneesheer. Dag na het onderzoek is het verslag ter beschikking, naargelang afspraak met de aanvragende geneesheer neemt u met hem contact op via consult of telefonisch.

In geval van een urgentie wordt uw arts steeds telefonisch gecontacteerd en het resultaat medegedeeld om vervolgens overleg te plegen.

5. Hoe bereid ik me voor op mijn onderzoek?

Gezien het antwoord op deze vraag sterk afhankelijk is van de aard van het onderzoek verwijzen we u graag naar de rubriek onderzoeken. Vervolgens klikt u het onderzoek in kwestie aan. Hier worden steeds voorbereiding en nazorg vermeld.

6. De relatie tussen zwangeren en röntgenstraling?

Het ongeboren kind is door zijn snelle ontwikkeling gevoeliger voor straling dan volwassenen en kinderen. Bestraling van kinderen in de moederschoot is te mijden tenzij dit door omstandigheden niet te vermijden is, vb omwille van ernstige gezondheisproblemen bij de moeder. Door gepaste maatregelen ( loodschorten, beperking van de opnames) wordt blootstelling van het ongeboren kind dan tot het minimum beperkt. Indien U weet -of denkt- dat U zwanger kan zijn moet u DIT ABSOLUUT MELDEN aan het personeel of de radioloog zodat ongewenste blootstelling van Uw kind vermeden wordt of tot een minimum beperkt.

7. Hoe voorbereiden bij allergie voor contraststoffen?

Te bespreken met de behandelende geneesheer!
Indien u reeds eerder een allergische reactie hebt gehad op een contraststof, penicilline of een ander product (stof, pollen, mosselen, aardbeien, enz….), gelieve dan uw behandelende geneesheer hiervan op de hoogte te brengen zodat hij de nodige preventieve maatregelen kan nemen.

Allergie op contraststoffen:

Sommige patiënten zijn overgevoelig (allergisch) aan de contrastproducten die gebruikt worden bij onderzoeken in de Medische Beeldvorming (bv. Nierfoto’s of urografie’s of IVP, sommige CT-scanneronderzoeken, radiologisch onderzoek van de bloedvaten of arteriografies).
Zowel de patiënten die weten dat ze een allergie hebben als patiënten die nog nooit een allergische reactie gedaan hebben kunnen overgevoelig reageren op de contrastproducten.
Met de huidige iso-osmolaire producten is de kans op reageren veel kleiner geworden doch niet volledig verdwenen.
Indien u weet dat u een allergie heeft, bv. allergisch eczeem of allergie aan penicilline, aardbeien,… is het belangrijk dit op voorhand aan uw arts, die het onderzoek aanvraagt, te melden.

Bij twijfel mag u altijd uw arts of onze dienst contacteren.