Bij een corebiopsie wordt met behulp van echografische geleide een kleine cilinder weefsel uit een letsel genomen. Dit weefselstaal wordt opgestuurd naar een laboratorium (anatomopathologie) waar het onder de microscoop ontleed wordt.
Indien je bloedverdunnende medicatie neemt, contacteer dan jouw behandelende arts en overleg of deze medicatie al dan niet gestopt moet worden.
Verloop van de procedure
De verpleegkundige positioneert je op de onderzoekstafel in de echografieruimte.
De radioloog overloopt samen met jou de procedure.
Vervolgens lokaliseert de radioloog met echografie de exacte plaats van het letsel waaruit de biopten genomen moeten worden. De verpleegkundige ontsmet ruim de overliggende huid.
De radioloog verdooft de huid en de onderliggende weefsels. Met behulp van echografie neemt de radioloog 2 tot 3 stalen (cilinders) uit het letsel. Het toestel waarmee de biopten genomen worden maakt een luid ‘klik’-geluid telkens er een staal genomen wordt.
Na de procedure verzorgt de verpleegkundige de biopsieplaats en brengt een verbandje aan. De verpleegkundige overloopt met u waar je verder op moet letten die dag. Je krijgt ook een document mee waar alle informatie in verband met deze nazorg is aangegeven.
De stalen worden via een bode bezorgt aan het laboratorium voor anatomopathologie (Turnhout) waar ze verder onderzocht worden onder de microscoop. Het kan enkele dagen duren alvorens de verwijzende arts de resultaten heeft.