Anesthesie

Het woord ‘anesthesie’ betekent ‘ongevoeligheid voor pijn’ die veroorzaakt wordt door een medische of een chirurgische ingreep. Men onderscheidt twee vormen van anesthesie: de algemene en de regionale anesthesie, naargelang men ofwel de hersenen ‘in slaap brengt’, ofwel de zenuwen van een bepaald deel van het lichaam verdooft. Soms gebruikt men beide technieken gelijktijdig.

Reanimatie betekent het observeren en ondersteunen van de essentiële functies van het lichaam, zoals ademhaling, bloeddruk, hartritme, … gedurende de anesthesie en tijdens de periode die erop volgt. De algemene anesthesie of narcose. Deze anesthesietechniek maakt u bewusteloos en ongevoelig voor pijn.

Hiervoor gebruikt men geneesmiddelen die op de hersenen inwerken. Zij worden meestal aangebracht via een ader, maar ook bij middel van een masker dat op het aangezicht aangebracht wordt. Soms worden deze beide technieken gecombineerd. Deze krachtige en betrouwbare geneesmiddelen brengen u in een kunstmatige slaap die sterk verschilt van de natuurlijke slaap. Hier komt de anesthesist als reanimator tussen. Hij zal de functie van hart, longen en nieren observeren en de correcte werking ervan verzekeren. Hij beschikt hiervoor over allerlei controleapparatuur. In sommige gevallen zal hij ook een ademingstoestel gebruiken, een buisje in de luchtwegen inbrengen of een masker gebruiken om een correcte zuurstofvoorziening van het bloed te verzekeren. Tevens zal hij de spierontspanning, de bloedstolling en nog vele andere lichaamsfuncties onder controle houden. Op het einde van de ingreep zal de anesthesist de toediening van de anesthetische medicatie staken. Soms zal hij ook geneesmiddelen toedienen die de werking van de anesthetica opheffen. Om u tijdens het herstel van uw narcose te volgen, wordt u in de ontwaakzaal verzorgd, die beter ‘eenheid voor postanesthetische zorgen (P.A.Z.A.) genoemd zou worden. Hier herwint u het bewustzijn, komt u terug bij en worden ook bloedsomloop en ademhaling verder gecontroleerd tot uw lichaam al deze functies automatisch zelf herneemt. Na de narcose houdt de anesthesist zich eveneens bezig met de pijnbestrijding. De sedatie is een veel lichtere ‘algemene anesthesie’. Sedatie kan, zoals bij een anesthesie, ook de ademhaling en de beschermreflexen van uw longen (slikken, hoesten) onderdrukken. De veiligheidsvoorwaarden voor een sedatie zijn in principe dezelfde als voor de algemene anesthesie. Sedatie zal gebruikt worden bij onaangename of pijnlijke medische onderzoekstechnieken (zoals endoscopieën).​

Artsen

Anesthesie

Dr. Karoline Meersschaert

Anesthesie

Dr. Ann Peeraer

Anesthesie

Dr. Christiane Rabet

Anesthesie

Dr. Hilde Valgaeren

Anesthesie

Dr. Jan Willem Verstraten

Raadplegingen op afspraak