H. Hartziekenhuis Mol begint deze week met innovatieve OPAT-programma
H. Hartziekenhuis Mol begint deze week met innovatieve OPAT-programma
Het H. Hartziekenhuis Mol start deze week met de uitrol van OPAT, kort voor ‘Outpatient Parenteral Antimicrobial Therapy’. Dankzij deze innovatieve therapie kunnen patiënten die langdurig worden behandeld met intraveneuze antibiotica, hun behandeling voortaan thuis verderzetten.
“Dankzij OPAT kunnen patiënten sneller naar hun vertrouwde thuisomgeving terugkeren,” Dr. Naert, hoofdarts van het H. Hartziekenhuis Mol.
Dankzij de snelle en constructieve samenwerking van verschillende partners (de ziekenhuisapotheek, de ziekenhuisartsen, de sociale dienst, huisartsen & thuisverpleegkundigen) is het ziekenhuis van Mol deze week van start kunnen gaan met OPAT, een gloednieuwe therapievorm die de verblijfsduur van patiënten in het ziekenhuis gevoelig inkort.
In het H. Hartziekenhuis Mol staat een optimale patiëntenzorg hoog op de agenda. Elke innovatie die daartoe kan bijdragen, wordt dan ook zorgvuldig afgewogen en waar mogelijk toegepast. Zo zag het ziekenhuis meteen de meerwaarde van OPAT in. “Vroeger moesten patiënten die langdurig een antibioticakuur via de ader kregen, vaak dagenlang in het ziekenhuis verblijven,” licht Dr. Marc Naert, hoofdarts van het H. Hartziekenhuis, toe. “Dankzij OPAT kunnen zulke patiënten veel sneller naar hun vertrouwde thuisomgeving terugkeren. We zijn dan ook verheugd dat we deze therapie voortaan kunnen aanbieden.”
Concreet wordt de behandeling met antibiotica in het ziekenhuis opgestart, waarna een thuisverpleegkundige de therapie verder toedient bij de patiënt thuis. “De opstart gebeurt altijd binnen de muren van ons ziekenhuis, zodat we eventuele (allergische) reacties op de antibiotica kunnen opvolgen,” vertelt Dr. Naert. Zoals bij elke nieuwe therapie is het de behandelende arts die uiteindelijk beslist of een patiënt in aanmerking komt voor een OPAT-behandeling. Bovendien wordt de continuïteit van zorg gegarandeerd doordat de behandelende arts in contact staat met de huisarts en thuisverpleegkundige van de patiënt. “De veiligheid en het welzijn van die patiënt staan daarbij centraal,” concludeert Dr. Naert. Er worden steeds goede afspraken gemaakt tussen de verpleegkundigen van de thuiszorg en huisartsen enerzijds en de verpleegkundigen, artsen en apotheker van het
ziekenhuis anderzijds rond de concrete werkwijze en verwachtingen.
De allereerste OPAT-patiënt van het ziekenhuis in Mol is zo op thuisbehandeling kunnen overstappen. Zij krijgt thuis nog één week intraveneus antibiotica toegediend, onder toezicht van een huisarts en een thuisverpleegkundige. Voor de patiënt is dit een grote meerwaarde: voortaan geen lange opname meer, maar een – identieke – behandeling in de eigen, vertrouwde thuisomgeving.